Hoe werkt ons geheugen? Hoe werd er vroeger aangekeken tegen het geheugen? En maken we er met de opkomst van het internet nog wel gebruik van? In het boek ‘Moonwalking with Einstein’ schrijft Joshua Foer over deze vragen. Met eeuwenoude technieken, hulp van andere ‘mental athletes’ en een geheugenprofessor verbetert hij zijn geheugen. En met succes: na ruim een jaar getraind te hebben, bereikt hij de finale van de Amerikaanse geheugenkampioenschappen.
Geheugen of Wikipedia
Het boek heeft zowel een positieve als een negatieve boodschap. Om met de positieve te beginnen: iedereen kan zijn geheugen verbeteren. Met de juiste training, aandacht en inzet heeft iedereen het in zich om méér te herinneren. Door de opkomst van het internet hoeven we echter steeds minder te herinneren. Tegenwoordig moeten we vooral weten waar we het kunnen vinden. Met als gevolg dat ons geheugen achteruit gaat.
Geheugen én Wikipedia
Is dat laatste nou een positieve ontwikkeling of niet? Four denkt van wel. Na de rotswand, papyrus en het boek, is het internet een nieuwe opslagplaats van herinneringen. Men dacht vroeger ook dat de uitvinding van de drukpers het einde van het menselijk geheugen betekende en dat bleek achteraf ook wel mee te vallen (de opkomst van de drukpers bracht de wetenschap juist in een stroomversnelling).
Nicholas Carr, auteur van het boek ‘The Shallows: What the Internet is Doing to Our Brains’ denkt daar anders over. Hij stelt dat mensen zich door het internet minder goed kunnen concentreren. We presteren slechter en we worden minder creatief. In onderstaand filmpje legt hij uit hoe hij tot deze conclusie komt.
[fve]http://youtu.be/cKaWJ72x1rI[/fve]